1.3.2

De docent toont aan dat hij zoekt naar (interdisciplinaire) samenwerking met collega’s die in een vergelijkbare situatie rondom ICT en onderwijs verkeren.

Voor mijn opleiding werk ik regelmatig samen met medestudenten in google drive. Ook met collega’s werken we tegenwoordig samen in Google drive. Zo is er een drive waar alle brugklasmentoren materiaal delen en aanvullen met elkaar. Bij de sectie Engels werd de drive in eerste instantie niet veel gebruikt. Vooral de oudere collega’s gaven de voorkeur aan werken op papier. Uiteindelijk is schoolbreed afgesproken en ingevoerd dat alle secties hun materialen in de drive hebben staan. Dit is vooral noodzakelijk als er nieuwe collega’s bij een sectie komen. Het is dan in één oogopslag duidelijk waar alle materialen staan.

Als er nieuwe dingen ingevoerd worden op ICT gebied wordt er altijd een voorlichtingsmiddag of werkmiddag (of meerdere) georganiseerd om hiermee bekend te raken en te leren werken. Er is op zo’n middag ruime gelegenheid om vragen te stellen en om met collega’s samen te werken.

Op deze manier is het werken met TextAid voor dyslectische leerlingen ingevoerd. Toen ik hier uiteindelijk echt mee ging werken heb ik nog even een collega opgezocht om mij te helpen met het klaarzetten van toetsen in dit programma.

Op het Regius College hebben we ICT medewerkers. Zij zijn aangesteld om intern en extern te zoeken naar nieuwe (toepassings)mogelijkheden van ICT binnen de school. De collega’s van systeembeheer zijn de hele dag beschikbaar om te helpen bij alle voorkomende ICT problemen. Uiteraard probeer ik dingen eerst zelf op te lossen, maar bij een probleem met het digibord is het erg fijn als deze collega dat probeert op te lossen terwijl ik mij bezig houd met de leerlingen.

Tijdens de sectievergaderingen is er ook regelmatig overleg over welke digitale middelen we kunnen gebruiken in de klas. In de drive is een tabblad aangemaakt met leuk aanvullend (beeld)materiaal per thema.